Taalmaterialen
Automatiseren van taalbegrippen
Tijdsduur: 10-15 minuten
Begrippen: Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, werkwoord, persoonsvorm, gezegde, onderwerp, persoonlijk voornaamwoord.
Hoe speel je het?Verdeel je klas in groepen. Per groepje krijgen ze een stapeltje begrippen en een stapel zinnen waarin woorden onderstreept zijn. Het is de bedoeling dat de leerlingen de goede kaartjes onder het goede begrip leggen.Woordenschat
Tijdsduur: 10 minuten
Begrippen: tegenstelling, omschrijving, uitbeelden, synoniemen
Hoe speel je het? Verdeel je klas in groepen. Per groepje krijgen ze een rad. Eén leerling draait aan het rad en voert de opdracht uit. Het is de bedoeling dat de andere leerlingen raden over welk (thema)woord het gaat.
Optioneel: Geef de leerlingen een blad met de themawoorden van die week/maand erbij.